Klimaatbescherming in gebouwen betekent
het zo snel en uitgebreid mogelijk verminderen van de CO₂-uitstoot
gedurende de volledige levenscyclus van een gebouw. De totale
uitstoot gedurende de levenscyclus van een gebouw wordt ook wel
'whole life carbon' genoemd en kan worden onderverdeeld in
operationele emissies (operationele CO₂) en 'grijze' emissies
(opgenomen CO₂). Operationele CO₂ is voornamelijk afhankelijk van
het energieverbruik voor zaken als verwarming, koeling en ventilatie
tijdens gebruik. Efficiënte operationele concepten kunnen de
operationele CO₂-uitstoot verminderen. Sterk thermisch geïsoleerde
gevelelementen en energiezuinige systemen zijn inmiddels standaard
geworden. Een geautomatiseerd gebouwbeheersysteem met nachtkoeling
of ventilatiesystemen met warmteterugwinning kan de operationele
CO₂-uitstoot echter aanzienlijk verminderen. Samen met in het gebouw
geïntegreerde fotovoltaïsche systemen (BIPV) voor decentrale
energieopwekking en efficiënte onderhouds- en renovatieconcepten,
hebben architecten en ontwikkelaars alle mogelijkheden om de
CO₂-voetafdruk tijdens de exploitatie van het gebouw specifiek te
beheersen.