De TU in Eindhoven
Technische Universiteit Eindhoven
Een geslaagde metamorfose
Op de campus van de Technische Universiteit Eindhoven staan nog enkele verouderde panden, die niet meer voldoen aan de huidige eisen. De grootste daarvan was het hoofdgebouw, centraal gelegen op de campus. Dit Hoofdgebouw met 16 verdiepingen is tussen 1959 en 1963 gebouwd naar een ontwerp van S.J. van Embden. Het gebouw was verouderd, niet alleen qua inrichting en uitrusting, maar ook qua architecturale en HVAC-technologie.
Het hoofdgebouw, dat na de renovatie omgedoopt is tot Atlas, heeft een vloeroppervlak van 41.500 m². Atlas is nu de thuisbasis van twee afdelingen (Industrial Design en Industrial Engineering & Innovation Sciences). In het vernieuwde pand zijn ook het College van Bestuur, een groot deel van de TU / e-diensten en de Eindhoven School of Education ondergebracht. Daarnaast beschikt het gebouw over diverse faciliteiten waar alle afdelingen gebruik van kunnen maken, zoals centrale collegezalen, werkplekken, foodcourts, Safety en security en een centrale receptie met expositieruimte.
Door deze combinatie van functies kan het gebouw worden gebruikt door de hele campus, waar momenteel circa 4.500 medewerkers en 13.000 studenten wonen. Het is daarmee een directe inspiratiebron voor een groot aantal mensen die de samenleving van de toekomst gaan vormgeven en creëren.
Uitgangspunt bij de renovatie van het hoofdgebouw is het creëren van een zo gezond en comfortabel mogelijk binnenklimaat voor de gebruikers, terwijl de milieu-impact van het gebouw en het gebruik ervan zo laag mogelijk blijft. Het algemene doel was om het aantal installaties te beperken. Om in deze combinatie van duurzaamheid en comfort te slagen, werden verschillende innovatieve oplossingen toegepast, waaronder een hightech gevel en Smart Energysaving Lighting. Bovendien is het gebouw aangesloten op het centrale WKO-systeem, waardoor er geen directe fossiele brandstoffen worden gebruikt.
Hoge BREEAM score
Een van onze belangrijkste opgaves als technische universiteit, was het bijdragen aan de verduurzaming van de wereld. Dat doet de universiteit door onderzoek en door het opleiden van ingenieurs. Maar de universiteit heeft zichzelf ook ten doel gesteld het goede voorbeeld te geven en hebben de lat daarom hoog gelegd bij de vernieuwing van de gebouwen. Atlas is het vierde TU/e-gebouw zonder gasaansluiting, en een vijfde gebouw staat in de planning om ‘gasloos’ te worden. Sinds 2002 is het gasverbruik van de universiteit met circa driekwart gedaald.
Er is zowel extern als intern gewerkt met duurzamere materialen. Ook is er aandacht geschonken aan het informeren van de gebouwgebruikers, omdat de mate van duurzaam gebruik mede wordt bepaald door het gedrag van de gebruikers van het gebouw.
BREEAM is ’s een van de twee wereldwijd dominante systemen om de duurzaamheid van gebouwen te meten. Van alle BREEAM-gecertificeerde gebouwen, dus inclusief de gebouwen uit alle andere categorieën dan onderwijs, neemt Atlas plek 7 in. In Nederland is de Dutch Green Building Council de certificerende organisatie. De renovatie van het Atlasgebouw, waarbij duurzaamheid en comfort centraal stonden, reflecteert de duurzame uitstraling die de TU/e voor ogen heeft in haar bedrijfsvoering, het onderwijs en het onderzoek. Een gezonde en comfortabele werkomgeving voor de gebruikers, het voorkomen van energetische verspilling en hergebruik van materialen vormen daarbij de belangrijkste uitgangspunten.
Een deel van de koeling komt van de buitenlucht door ramen die automatisch openen. Indien nodig, schuiven de etagehoge ramen die in de nieuw ontworpen vliesgevels van Schüco zijn gemonteerd ’s nachts naar parallel naar buiten open. Ook heeft het hele gebouw slimme en zuinige LED-verlichting. Daarnaast voorzien zonnepanelen in een belangrijk deel van de elektriciteitsbehoefte.
De Europese Unie heeft subsidie gegeven om het Atlasgebouw het meest duurzame onderwijsgebouw ter wereld te maken. Het gebouw moet een voorbeeldfunctie vervullen op het gebied van duurzame renovatie.